De Keuring
In het jaar 1969, ik moest nog negentien worden, gleed er op een ochtend een aan mij gerichte brief door de brievenbus. Boven aan de enveloppe stond met grote letters, ‘Ministerie van Defensie’. Dat lijkt belangrijk, dacht ik meteen. Mijn vermoeden kwam uit want wat bleek, ik werd opgeroepen voor de keuring militaire dienst. De exacte datum weet ik niet meer, maar of ik mij op die bewuste dag wilde melden aan de Westlandseweg in Delft. “Zo”, zei mijn moeder, en ik hoor het haar weer zeggen, “dat is goed nieuws jongen, daar wordt als het goed is, eindelijk een vent van je gemaakt”. Die uitspraak van haar, wat waarschijnlijk plagerig bedoeld was, werd op de achtergrond met een luid gelach nog eens bevestigd door mijn zus en zwager. Ja, ja, het zal wel, dacht ik, temeer omdat ik er zelf heilig van overtuigd was, dat ik al heel lang een vent was.
Enkele maanden later stapte ik met nieuwe kleren en schoon ondergoed aan, in de trein naar Delft. Ik had geen flauw idee wat mij te wachten stond, dus mijn insteek was, ik zie wel wat deze dag brengt. Toen ik aankwam, zag ik al gauw dat ik niet de enige was want een grote groep jongens, dromde al samen voor het gebouw. Nonchalant, met een sigaretje tussen de lippen en mijn handen diep in de zakken, ging ik er bij staan. Net als ik, deed iedereen gemaakt stoer, en de één wist het nog beter te vertellen dan de ander. Een jongen met een wel heel pokdalig gezicht, had het hoogste woord.”Het duurt tot in de middag”, riep hij luid, we gaan allemaal door de medische molen voor je eindelijk naar huis mag”! Hij wist het heel zeker, omdat zijn ome Tinus jaren geleden, deze keuring ook had ondergaan. Ik wacht het maar af, dacht ik, dat is volgens mij het beste. Na ons te hebben gemeld bij de inschrijfbalie en de nodige formulieren hadden ingevuld, moesten wij ons uitkleden en plaats nemen op houten bankjes die langs de muren waren opgesteld. Daar zaten we dan, brede, smalle, dikke en dunne jongens, alleen in onderbroek gekleed, op een rijtje. Als dit stelletje ons land moest gaan verdedigen, zag ik het somber in. Koud was het ook, dus ik was blij toen ik mijn naam hoorde roepen voor een bezoekje bij de keuringsarts. Na een kort inleidend gesprekje, werd er vervolgens uitgebreid op mijn rug en borst geklopt. Ik had het idee dat de goede man bij mij iets verontrustends hoorde want hij ging volgens mij, steeds harder slaan. Na een paar afsluitende klappen op mijn knieën en enkels met een hamer en gebukt te hebben moeten staan voor een weet ik wat onderzoek, werd ik doorgestuurd naar een oog en oorarts. Na diversen kijk en luistertesten, werd iedereen die lichamelijk in orde was, goedgekeurd. Ook ik kreeg als uitslag, dat ik achttien maanden dienstplicht kon gaan vervullen. Iedereen, of men nu een hoog of laag IQ bezat, moest na goedkeuring in dienst. Het maakte voor defensie niets uit, als de soldaten maar met een blik op oneindig, een schuttersput konden graven en met een geweer wisten om te gaan. Tijdens de lunch, die ons door het leger werd aangeboden, ving ik een gesprek op van iemand die aan een andere tafel zat. Het ging over uitzending naar Suriname en dat men zich daar voor kon inschrijven. Omdat ik al berekend had dat er twee winters in mijn dienstijd zouden gaan zitten, luisterde ik aandachtig naar zijn verhaal. Dit was voor mij als een echt zomermens, geweldig nieuws. Na dit gesprekje wist ik genoeg en zonder verder na te denken, heb ik de inschrijving voor uitzending naar Suriname getekend. Met gemengde gevoelens ging ik vervolgens huiswaarts. Wat had ik me nou weer op de hals gehaald, en hoe vertel ik dit thuis. Ik kon het mis hebben, maar naar mijn mening, werd er thuis wel erg enthousiast gereageerd op het nieuws dat ik naar Suriname ging. Ik een jaar weg, het leek er sterk op dat ze dat wel zagen zitten. Nou dat bleek inderdaad, want toen het positieve bericht kwam dat ik bij de elite van de Suriname Compagnie was ingedeeld, werd dat door iedereen luid toegejuicht.